Het hele artikel lees je hier.
Om in het huidige straatbeeld nog écht op te kunnen vallen moet een auto groot, sprankelend en bij voorkeur elektrisch zijn. Maar gelukkig is er ook oog voor de iets minder opzichtige auto’s. Zo is Bas van Putten zeer gecharmeerd van de Hyundai BAYON. Wat trekt hem zo aan in deze compacte SUV? Een kleine bloemlezing van zijn recensie in NRC:
Er was meteen een klik. Hij zag er eigenlijk alleraardigst uit. In zijn ietwat teckelachtige crossovervorm, waarvan je op de opvallend ruime achterbank direct het nut inzag, deed hij denken aan een lief klein treincoupeetje.
Wat me echt over de streep trok was de wielmaat. Correct: niet het design maar de doorsnee. […] Hij stond op zestien-inchwielen met doodgewone banden. Van die ouderwetse hoge, met licht uitstekende wangen, die je langs de straat durft te parkeren in parkeerhavens waar je de modieuze maar schadegevoelige pandeksels van grotere Hyundai-borelingen onder geen beding aan blootstelt.
Bijna altijd heb ik in de stad de zenuwen in testauto’s; niet in deze. Tegen dat gebruiksgemak kan geen lichtshow op. In deze wielen schuilt een les. Men heeft met de BAYON niet willen shinen. Men heeft verstandig willen handelen. Men heeft aan jou gedacht. Hoe zeldzaam is die dienstbaarheid.
Nooit voel je de driecilinder buiten adem raken. Hij knort tevreden voor zich uit en kan met weinig toe. Verbruiksgemiddelden van 1 op 19 zijn normaal, en wie hem met fluwelen handen aanpakt, wordt beloond met 1 op 24. Daarmee wordt het autootje zelfs bij de huidige benzineprijzen geen draaikolk voor het huishoudbudget.
Duur doet hij alleen achter de voordeur, waar bij het topmodel een heel behoorlijk Bose-geluidssysteem, een waslijst aan actieve veiligheidssystemen en een 10.25-inchbeeldscherm met Apple CarPlay en Android Auto wachten.
De duurste BAYON met zeventraps-automaat en schuifdak is voor net geen 30.000 euro best een interessant alternatief voor grotere en duurdere auto’s waarvan lengte en breedte toch alleen maar in de weg zitten.